Information / Texts /

Smoggy vastness, distincticonfusi

Over het recente werk van Henrik Kröner en The Big Lebowksi

van Sybrandt van Keulen, filosoof en redacteur van het boek ‘Hoe kunst en filosofie werken’. Deze tekst is het openingswoord van de solotentoonstelling ‘Can’t touch this’ in het Melklokaal, Heerenveen (mei 2016)

Afgelopen tijd hebben Henrik en ik gemaild in aanloop naar deze tentoonstelling. Dat is natuurlijk vertrouwelijk en strikt geheim. Een ander soort geheim dan van een schilderij. Een schilderij geeft zijn geheimen nooit helemaal prijs, tegelijk open en gesloten als het is. Onze mailgeheimen kan ik bewaren of niet, daar hebben Henrik en ik een keuze, in goed overleg en vertrouwen. Om onze geheimen volledig te bewaren en er toch iets over te zeggen, zal ik niet letterlijk citeren.
We hebben het over The Big Lebowksi gehad, een cultfilm van eind jaren negentig van de vorige eeuw. De hoofdpersoon is Jeffrey Lebowksi: He called himself the Dude. Een paar decennia geleden zou je Dude vertalen met vogel. Nu zou je denk ik gast zeggen. Of toch misschien ook wel Dude. Laat ik het op Dude houden.
De eerste shots van die film gaan zo. Het script zegt: We are floating up a steep scrubby slope. We zien een bol woestijngras rollen. De kamera gaat die rollende bol achterna. Na een paar tellen komen we terecht bij een soort bergrand, en dan weet je even niet wat je ziet: the smoggy vastness of Los Angeles at twilight stretches out before us.
Na die smoggy vastness gaat de kamera die bol woestijngras verder achterna, door de straten van L.A.. Een bol die rolt en rolt, bijna de oceaan in, en daarna rollen wij zo de supermarkt binnen waar de Dude in beeld verschijnt. Geen vergissing mogelijk: die bol woestijngras, dat is de Dude. Die is een keer zo L.A. ingerold, van Polen of waar dan ook – niet alleen Amerikanen zijn ooit Amerika ingerold als immigranten. Henrik is nog niet zo lang geleden Nederland ingerold.
De voice over vervolgt:

(…) there was a lot about the Dude that didn’t make a whole lot of sense to me. And a lot about where he lived, likewise. But then again, maybe that’s why I found the place s’durned innarestin.

Geldt dat ook voor deze plek, deze tentoonstelling: s’durned innarestin?
Ik ben wel eens begonnen met het tellen van de gekleurde vakjes. Het zijn er veel. Neem een relatief klein doekje van 50 bij 60 cm. Geloof het of niet, dat zijn er al zo’n 14000. Dat kan je al een vastness noemen.
Henrik en ik mailde ook over Orpheus en Euridice, u weet wel die tragische mythologische Dude die zijn geliefde alleen uit het dodenrijk kan halen door er op te vertrouwen dat ze hem volgt. Hij mag niet achterom kijken, en toch doet hij het, helaas, met alle gevolgen van dien. Dat was een pijnlijk erotisch verbod op kijken of omzien. Een ander erotisch verbod is het noli me tangere: raak me niet aan. Dat schijnt een of andere Dude tegen Maria Magdalena te hebben gezegd. Erotische verboden: van kijk haar niet aan en raak hem niet aan.
We hebben het in een paar mails ook over een ander aanraken en tasten gehad, tasten met de ogen en oren. De flinterdunne grens tussen het tastbare en ontastbare, om nog maar te zwijgen over het onaantastbare. Het niet kunnen en het niet mogen aanraken, dat zijn wezenlijk andere zaken. Vooral die verboden hebben altijd iets dubbels: de keerzijde is dat absoluut mateloze verlangen om alles te zien en alles aan te raken; alles te willen zien en aanraken. Je zou je erin willen verliezen, zelfs in een huid van vinyl, opgaan in de muziek. Niet alleen het erotische genot gaat het om, ook andere lusten, een geloof, een gevoel, een liefde. En toch weet je: je kan nergens definitief in verdwijnen – nog ongeacht of het mag of niet, en van wie het dan wel of niet zou mogen.
Op een zeker moment heb je een soort techniek nodig, waardoor je soms afstand kan nemen van die alles verpletterende krachten. Zodat die smoggy vastness verandert in een hanteerbaar doek of scherm. Als dat lukt kan je je gewoon als een Dude bewegen, een rollende bol woestijngras, om je heen kijken en het interessante van het oninteressante onderscheiden. De Dude abides: daarvoor is het noodzakelijk je instincten te veranderen.
Sommige dingen lijken overigens onveranderlijk te zijn. Neem twee andere mythologische figuren, Dionysos , de god van de wijn en de erotische, orgiastische roes. Apollo is zijn evenknie, god van de muziek. Er zit in muziek een element van roes en lust, maar ook van beheersing. Misschien is dat wel kenmerkend voor alle kunst.
En toch. Die roes en die smoggy vastness is zo krachtig aanwezig in deze werken, je weet niet precies wat je ziet – je denkt dikwijls dat je iets ziet, je onderscheidt een contour: was het de lichaamslijn van een King, een flitslicht of een gloed uit een Crooked Valley? En dan vervaagt het weer. Archy Breaky Heart. It doesn’t make a whole lot of sense. En juist daarom is het zo s’durned innarestin. Hoe kan dat?
Die Dude lijkt nog het meest op een soort Apollo die de dionysische roes van L.A. met een ogenschijnlijk zen-achtige kalmte ondergaat. Ogenschijnlijk. Daar gaat de volgende scene over.
Als de Dude het atelier van de feministische kunstenares Maude binnenrolt, vliegt ze naakt over hem heen in een schildersact. Terwijl zij zich aankleedt gaat de dialoog als volgt:

MAUDE: Do you like sex, Mr. Lebowski?
DUDE Excuse me?
MAUDE Sex. The physical act of love. Coitus. Do you like it?
DUDE I was talking about my rug.
MAUDE You’re not interested in sex?
DUDE You mean coitus?
MAUDE I like it too. It’s a male myth about feminists that we hate sex. It can be a natural, zesty enterprise. But unfortunately there are some people–it is called satyriasis in men, nymphomania in women–who engage in it compulsively and without joy.
DUDE Oh, no.
MAUDE Yes Mr. Lebowski, these unfortunate souls cannot love in the true sense of the word.

Maude weet het kennelijk allemaal heel goed of tenminste net iets beter dan de Dude. Zoals Spinoza in de Ethica (Stelling 42, ook de toelichting): Maude zegt evenals Spinoza te weten hoe gelukzalig en tevreden zij is, hoe ze macht heeft over haar gevoelens, en hoe superieur ze zich voelt ten opzichte van de onwetende die alleen door lust wordt gedreven. De onwetende wordt niet alleen door externe oorzaken op vele manieren voortgedreven als een bol woestijngras, maar leeft bovendien als het ware onwetend van zichzelf. Zodra hij ophoudt te ondergaan, houdt hij ook op te bestaan.
Unfortunate soul, wie zou dat nu niet zijn? Alle mensen hebben wel op een of andere manier een keertje last van probleempjes met lust – en je weet niet met wat nog meer – en lastige, misschien wel oneindig veel andere krachten, die onmogelijk te hendelen zijn. Dat geldt natuurlijk ook voor de Dude. Hij is zen-achtig bezig terwijl hij geen kans voorbij laat gaan om zijn alcoholpromillage op peil te houden:

DUDE Listen, Maude, I’m sorry if your stepmother is a nympho, but I don’t see what it has to do with–do you have any kalhua?

Noem het kalhua, vodka, White Russian. Overvloed. Smoggy vastness. Ongekende welvaart, uitzonderlijke rijkdom, ook in crisistijd, een niet voor mogelijk gehouden overschrijding van grenzen van weelde, overdadig waardoor alle registers van lust en roes meer dan bevredigd kunnen worden. Dus ook overvloed als een vernietigende vloed, zoals in springvloed en stormvloed, een bedelvende stortvloed, een smoggy vastness die gewoon het maximaal verdraagbare te boven gaat, één of twee impulsen te veel, die echt niet meer leuk zijn, of misschien wel nooit leuk zijn geweest, uncool.
Je zou met die smoggy vastness perfect willen leren omgaan, als was het een stuk speelgoed. Dat is het woord dat Eve Babitz gebruikt: toy in Eve’s Hollywood. Eve is een tijdgenoot van de Dude. Zij vertelt hoe ze aan de kust van L.A. heeft leren omgaan met de krachten en het geweld van die smoggy vastness: hoe ze surfen heeft geleerd van haar vriendin Carol:

Carol taught me to ride the waves in to shore, (…) so that I could turn my instinctive fear against itself and foam to shore, a beached, elated body ready to pit myself against the waves again and again until I never got crashed to the bottom of the ocean with my chin in the sand from a wave, not knowing which way was up, (…) I became a gliding sea-mammal. Fierce, arbitrary waves of green tons escaped out the other side of the complicated mechanics of things not being what they seemed so that finally even my instincts altered and what had before been certain death became a toy, greeted calmly with a relaxed look over the top for perhaps a bigger one (Babitz: 51).

We surfen al wat decennia, de meesten van ons vooral op een andere manier. Op golven van kleur, in een grid. Golven van informatie, waarvoor de Engelstaligen een afkorting hebben: TMI!, Too Much Information! Beeldschemen en –schermpjes met booms, bubbles en waves. Soms heb je even het idee dat je er afstand toe hebt, dat ze jou niet kunnen raken of aanraken, en dan staat die smoggy vastness als het ware even stil. Er is iets gelukt. Een film, schilderij, een idee: and what had before been certain death became a toy.
Werken met de sporen van schilderkunst: doeken, ongeprepareerd, opgespannen, zelfs op een spieraam. En tegelijk zijn het een soort tekeningen. Schilderijen waar geen verf bij aan te pas komt.
Voor die kunst van Henrik Kröner zijn, behalve de smoggy vastness nog twee andere woorden relevant: claire en distincte: helder en duidelijk of onderscheiden. Descartes, Spinoza, Leibniz, zijn de auteurs die er het meest over hebben geschreven.
Claire is helder in de betekenis dat het veel licht heeft of geeft, wanneer iets straalt en intens is. Twilight is iets minder licht. Zonder helder licht geen zicht of inzicht. Behalve dat het een leuke naam voor een vrouw is, kan Claire ook van toepassing zijn op een schilderij of een schilderstijl. Bij Claire kan je denken aan Vermeer, het meisje met de parel etc. Helder kleurgebruik in verf, of in papierknipsels zoals bij de latere Matisse.
Claire is ook in combinatie met haar negatie zeer beroemd: claire-obscure.
Rembrandt uiteraard. Ook De koppelaarster van Gerrit van Honthorst, of zijn visie op de standvastige filosoof. Claire-obscure; helder-duister, ook wel bekend als chiaroscuro.
Wat dat andere Cartesiaanse begrip betreft, distinct, zijn mij geen kunststijlen of -stromingen bekend, evenmin kunsthistorische theorieën waarin dit begrip is uitgewerkt. Distinct wordt bepaald door de grens, de definitie van iets, het gaat om een precies te bepalen object, waardoor het ene onderscheiden kan worden van het andere. Een grid is noodzakelijk maar niet voldoende. Er is ook zoiets nodig als een Dude, of beter His Dudeness of El Duderino.
En dan kom ik weer terug op die smoggy vastness. Met precies onderscheiden grid, distinct, wordt er met potlood gewerkt. Grid en tekening, gereedschappen van precisie. Met precies onderscheidende grenzen, hoeken en lijnen, instrumenten van definitie. Bij wijze van reactie op deze precisie wordt echter ook het effect van negatie, het tegendeel van distinct, teweeggebracht en als het ware opgeroepen: confuus.
Dit alles speelt zich af op het canvas, het doek – laten we het voor deze gelegenheid een kleed of tapijt noemen, ‘a rug that really ties the room together’. Dat canvas of (projectie)scherm kan soms ook de wonderlijke eigenschap hebben van een vliegend tapijt, zoals het script van The Big Lebowski het zegt:

The black field dissolves into the pattern of the rug. The rug rolls away to reveal an aerial view of the city of Los Angeles at twilight, moving below us at great speed.

Zoals de woestijngrasbol kan rollen, zo rolt ook dat doek, maar dan een tikje anders: The rug rolls away to reveal. Wat we zien is niet langer een smoggy vastness, er wordt ons een aerial view at twilight onthult. Ik denk dat dat tapijt of doek, en die grid, zoals dat van L.A, en het werk van Henrik Kröner in het geheim iets gemeen hebben. En dat zal ik trachten te onthullen.
Zoals chiaroscuro een samenstelling is van claire en obsure, omgezet in het Italiaans, zo kunnen de begrippen distinct en confuus ook als typische elementen van een verschijningsvorm of stijl worden opgevat, als het ware de pendant van chiaroscuro, dus distinct en confuus omgezet naar het Italiaans: wat we hier in deze werken om ons heen zien kan distincticonfusi worden genoemd. Anders gezegd, tegelijk een smoggy vastness en een aerial view, at twilight. Noem het L.A., of elke uitgestrekte stad in de verte, of een peilloze sterrennacht, de enorme watermassa van een rivier of een zee, met onnoemelijk veel golven etc.. De vastness van een branding – ‘tout à fait infinie’ zegt Leibniz (Metaphysica: XXXIII).
Die branding van oneindigheid, die eeuwige branding, daar moet je op een of andere manier iets mee. Laten we zeggen dat je ermee om moet leren gaan zodat het bijna een stuk speelgoed wordt. In het begin denk je dat je niks ziet. Confusi. Na een tijdje denk je toch wel iets te zien. Distincti. En weer even later weet je niet meer zeker of je wel iets hebt gezien. Distincticonfusi. Finally even your instincts alter. Daarom is dit werk waarschijnlijk s’durned innarestin.

Literatuur

Babitz, Eve (2015). Eve’s Hollywood. Introduction by Holly Brubach. New York: The New York Review of Books.
Coen, Ethan & Joel (1998). The Big Lebowski, Film en Script (online).
Leibniz, Gottfried Wilhelm (1686). Discours de métaphysique (online).

all texts: